PRIESTER HUBERT BOONEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hubert Boonen werd geboren in Bocholt op 7 februari 1890. Hij werd priester gewijd te Luik op 29 mei 1915.

Tussen 1915 en 1920 was hij kapelaan te Zolder en te Lummen oefende hij dezelfde functie uit tot 1935.

 

 

 

 

De parochieherders in Lummen rond 1935 waren: pastoor Winters, en zijn 2 kapelaans Vrijdaghs en  Boonen.

Al schertsend zei men toen: “In Lummen eten  ze ’s Winters Vrijdag(h)s Bo(o)nen“.

 

In 1935 werd kapelaan Boonen vanuit Lummen  overgeplaatst naar Spalbeek en werd aldaar benoemd tot pastoor. Doch niet zonder slag of stoot. Hij weigerde resoluut de pastorij van Spalbeek  te bewonen: “… in dat vochtig kot kruip ik niet…” was zijn mening. De gemeente Spalbeek was dan ook genoodzaakt een andere woning voor hem te huren.

 

Oudere Lummenaren bestempelen hem als een correcte man die geen blad voor de mond nam en voluit zijn mening gaf.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed hij – volgens de Duitse bezetter – een ongeoorloofde uitspraak. Dit gaf aanleiding tot zijn  aanhouding en deportatie naar een concentratiekamp waar hij samen met anderen veel ontberingen meemaakte (zie foto uitgegeven tijdens zijn 25 jarig pastoorschap te Spalbeek)