HET SACRAMENT VAN MIRAKEL – DE BLOEDENDE HOSTIE

 

De parochiekerk van Lummen-Centrum, O-L Vrouw Tenhemelopneming, bevat in het schip van de kerk een reeks van 8 muurschilderingen. Zij beelden het verhaal uit van het Heilig Sacrament van Mirakel of beter gekend als de “bloedende hostie van Viversel”.

Het is de moeite waard om deze kunstwerken van naderbij en ter plaatse te bekijken.

 

Het beeldend legendarisch verhaal in voormelde kerk werd na het tweede Vaticaans Concilie in 1967 totaal overschilderd. Niet verwonderlijk ook. Een van de besluiten van dat concilie hield het woord “modernisering” in. Dat resulteerde zich in een hele ommezwaai. Het altaar werd omgedraaid zodat de priester niet meer met de rug gekeerd  naar gelovigen de eucharistie moest doen. De missen voorheen in het Latijn werden in de moedertaal van de kerkgangers gedaan en bepaalde ornamenten en heiligenbeelden werden verwijderd uit de kerk. Ook het tafereel van de bloedende hostie in de parochiekerk van Lummen werd overschilderd.

 

Blijkbaar had men nadien hierover wroeging want een kleine 20 jaar later werd op enkele uitzonderingen na het tafereel blootgelegd. De overschilderde verf werd minutieus verwijderd en volgend daarop de restauratie van de muurschilderingen.

 

Het verhaal van de bloedende hostie zou zich afgespeeld hebben in 1317. De kapelaan van Lummen werd geroepen bij het ziekbed van een stervende in het gehucht Viversel (thans behorend tot de gemeente Heusden-Zolder). De priester deponeerde de geconsacreerde hostie – voor de zieke bestemd – in een kamer naast de slaapkamer van de zieke.

Op het ogenblik dat de priester de biecht afnam van de zieke werd de hostie aangeraakt

 

                                        

 

De kapelaan aan het ziekbed                                            De knielende schapen

 

door enkele nieuwsgierigen en begon te bloeden. Toen de priester de hostie ging halen stelde hij  bloedvlekken vast. Hij keerde met de bloedende hostie terug naar Lummen om een andere hostie te halen teneinde deze toe te dienen aan de stervende.

De pastoor van Lummen gaf zijn kapelaan de raad de hostie naar de abdij van Herkenrode te brengen om ze aldaar te laten onderzoeken. Bij zijn tocht naar Herkenrode gebeurde het dat de schapen langs de weg waar hij voorbij kwam knielden  voor het Heilig Sacrament. Bij zijn aankomst te Herkenrode begonnen dan ook nog eens spontaan de klokken van de abdijkerk te luiden. Bovendien werd ook een vrouw – door de duivel bezeten – bevrijd van de boze geest. Volgens de overlevering gebeurde dit op 1 augustus 1317 en werd vanaf dat ogenblik de hostie bewaard in de abdijkerk van Herkenrode. Tijdens de Franse overheersing op het einde van de 18de eeuw werd de hostie – voor de veiligheid -  op verschillende plaatsen bewaard om uiteindelijk terecht te komen in de hoofdkerk van Hasselt.

Het voormelde verhaal is een begrip geworden voor de Lummense geschied- en heemkunde. Eeuwenlang is het verteld en overgedragen.

Jozef Van Oostveldt  van Schaffen  maakte er een rijmelaar van. De naam van de kerk (Genenbos) die hij vernoemt is  echter niet juist, hetgeen hij zelf ook in twijfelt trekt.

 

Een priester Gods uit Genenbos

 

Ging naar en zieke mens daar toe

Hij deed bijna zijn ogen toe

De heilige teerspijs had hij bij

Die hij plaatste in een kamer  opzij

Als hij de man had biecht gehoord

En hem behandelde gelijk ’t behoord

Nu haalde hij de Heilige Hostie bij

Hoe verschrikte hij zich daarbij

De Hostie die zag rood van het bloed

O welke grote tegenspoed

Zo geven dat zal ik niet doen

Hij droeg ze terug naar de kerk met spoed

‘k Meen dat het in Genenbos was toen

En na een wijs en lang beraad

Van veel priesters te saam

Naar Herkenro ermee ter stond

Maar langs de baan

Waar de kapel nu staat

Knielde een kudde schapen daar

Met herder en de honden saam

Als Onze Lieve Heer kwam aan

Dan maar door naar Herkenro

De klokken luiden daar heel vro

Zonder te trekken aan de koord

En men hoorde het uren wijd

En iedereen die was verblijd

Twee- driemaal dan nog verplaatst

Tot de Heilige Hostie kwam in Hasselt aan

Waar Zij nog is goed bewaard

Voor de paarden gaat men beeweg daar